Diëtetiek

Diëtetiek bij revalidatieprocessen : ondervoeding

In het geval van een ziekteproces en ongevallen is er schade toegediend aan het lichaam en wordt er een herstelproces in het lichaam in werking gezet. Het is essentieel voor zowel kinderen, die zich in een groeifase bevinden, volwassenen en ouderen (65+) om een gebalanceerd voedingspatroon te hebben. Voor kinderen is het van belang dat zij de juiste voeding en nutriënten toegediend krijgen vanwege het feit dat zij zich bevinden in een groeifase. In het geval van een revalidatieproces is het kind zowel in de groei en moet deze herstellen van een ziekte of voorval. Bij oudere mensen sprake van een verminderde functionaliteit, een verminderd immuunsysteem e.d. vanwege ouderdom. In dat opzicht kan het revalidatieproces bij ouderen minder snel verlopen.

 

Als de revaliderende patiënten niet goed op hun voeding letten kan er na verloop van tijd ondervoeding optreden. Ondervoeding is een toestand in de voeding waarbij de patiënt acuut of na verloop van tijd een tekort of een verstoorde balans heeft in macro- en micronutriënten (C. Jonkers-Schuitema, M. Klos, K. Kouwenoord-van Rixel, H. Kruizenga, W. Remijnse-Meester, 2012). Het gaat dan in de meeste gevallen over een tekort aan eiwit, koolhydraten, vet en bepaalde vitamines en mineralen. Bij ondervoeding kan de gezondheidsmedewerker merken aan de cliënt dat hij/zij minder fit oogt en is afgevallen. Ondervoeding is namelijk klinisch vast te stellen. Criteria voor zowel volwassenen, 65+ ouderen en kinderen zijn vastgesteld (C. Jonkers-Schuitema et al. 2012) ( H. Kruizenga & N. Wierdsma, 2014) . Een voorbeeld van een meetinstrument om ondervoeding vast te stellen is de SNAQ. Diverse screeningsinstrumenten om ondervoeding te meten zijn te vinden op http://zakboekdietetiek.nl/vragenlijsten-en-meetinstrumenten/

 

Visie & Missie van Stuurgroep Ondervoeding en de actualiteit van ondervoeding in gezondheidscentra

De missie van Stuurgroep Ondervoeding houdt zich bezig met het interdisciplinair samenwerken van diverse partijen om ondervoeding in Nederland te beperken d.m.v. het organiseren van activiteiten. De visie is om de behandeling en preventie van ondervoeding een integraal component te maken van de intra-, trans- en extramurale Nederlandse gezondheidszorg ( Stuurgroep Ondervoeding, z.j.). Het kenniscentrum wisselt belangrijke informatie uit over ondervoeding waarbij de focus ligt op preventie en behandeling van ondervoeding. Stuurgroep Ondervoeding richt zich dus niet alleen op diëtisten maar maakt deze informatie ook relevant voor andere gezondheidsmedewerkers, waaronder medewerkers in revalidatiecentra. Daarnaast is er ook de nadruk op een stuk bewustwording. Ondervoeding is namelijk een groot probleem in Nederland, vooral onder 65+ ouderen ( Stuurgroep Ondervoeding, z.j. ; J. Schilp, 2012). Stuurgroep Ondervoeding geeft aan dat in 2010 11 van de 24 Nederlandse revalidatiecentra zijn onderzocht op de prevalentie van ondervoeding ( Stuurgroep Ondervoeding, z.j.). 10 % verkeerde in een matige voedingstoestand en 28 % kreeg de diagnose ‘ondervoeding’.

 

De diëtist en ondervoeding

Stuurgroep Ondervoeding is dus hard aan het werk om de actuele problematiek van de ondervoedingstoestand in Nederland te verbeteren. Ondervoeding en het proces van (lichamelijke) revalidatie gaan niet samen en het werk van Stuurgroep Ondervoeding is dus van gewenst belang voor zowel revalidatiecentra als andere zorginstellingen. Zij zijn het kenniscentrum omtrent de trend van ondervoeding en hoe het aangepakt kan worden.

 

Hierboven werd al aangegeven dat ondervoeding klinisch kan worden vastgesteld met behulp van een screeningsinstrument (bijv. de SNAQ). Screening kan door meerdere gezondheidsmedewerkers in revalidatiecentra worden gedaan. In de bovengenoemde referenties is veel informatie te vinden over hoe de SNAQ bijvoorbeeld gebruikt moet worden.

 

Indien de patiënt de diagnose van ondervoeding heeft gekregen is het van belang om de diëtist in te schakelen. Zoals al gezegd hebben ondervoede patiënten een tekort aan essentiële nutriënten die met deskundig advies weer aangevuld moeten worden. De diëtist is in staat om van kennis en het benodigde voedingsadvies te voorzien tijdens een dergelijk revalidatieproces waarbij ondervoeding behoort tot de problematiek.

 

Gezondheidsmedewerkers in revalidatiecentra, kenniscentra zoals Stuurgroep Ondervoeding en de diëtist kunnen zo ondervoeding in revalidatiecentra aankaarten en hierop inspelen met de benodigde informatie.